Afbreken van onderhandelingen
Afbreken van onderhandelingen
Onderhandelingen
Onderhandelingen maken deel uit van het dagelijks leven, vaak zonder dat we ons daarvan bewust zijn. Vaak beginnen onderhandelingen met een vrijblijvend gesprek over een opdrachten, de aan- en verkoop van goederen of bijvoorbeeld de huur van bedrijfsruimte. Maar wanneer worden deze gesprekken minder vrijblijvend, en worden het onderhandelingen en kunnen deze onderhandelingen dan nog worden afgebroken?
Afbreken van onderhandelingen
Vaak bestaat het beeld dat het afbreken van onderhandelingen per definitie financiële consequenties heeft en dus niet zo maar is toegestaan. Dit beeld is ontstaan door enkele roemruchte arresten van de Hoge Raad uit de jaren ’80, waaronder het arrest HR Plas/Valburg. Uit dit arrest is de zogenoemde “driefasenleer” gedestilleerd.
De driefasenleer
Deze leer komt er op neer dat onderhandelingen tussen partijen zich in drie fases laten verdelen:
- De eerste fase: in deze fase staat het partijen volledig vrij om de onderhandelingen af te breken.
- De tweede fase: in deze fase is het afbreken van de onderhandelingen ook toegestaan, maar dienen de door de wederpartij gemaakte kosten te worden vergoed.
- De derde fase: in deze fase is afbreken niet meer geoorloofd, waardoor naast de kosten ook de schaden en eventueel zelfs de gederfde winst (het positief contractsbelang) moeten worden vergoed.
Strenge nieuwe maatstaf
De wat gekunstelde driefasenleer is inmiddels verlaten. De Hoge Raad heeft in 2005 in het arrest HR CBB/JPO uitdrukkelijk de nadruk gelegd op de contractsvrijheid. Uitgangspunt is dat hoewel partijen die met elkaar onderhandelen verplicht zijn hun gedrag mede te laten bepalen door elkaars gerechtvaardigde belangen, ieder van hen vrij is de onderhandelingen af te breken.
Uitgangspunt is dus dat afbreken van onderhandelingen is toegestaan, zonder dat een verplichting tot vergoeding van gemaakte kosten of schade ontstaat. Dit is alleen anders wanneer de andere partij er op kon en mocht vertrouwen dat een overeenkomst tot stand zou komen, of wanneer sprake is van andere bijzondere omstandigheden.
Om te bepalen of de andere partij er op kon en mocht vertrouwen en/of er sprake is van bijzondere omstandigheden die maken dat afbreken van de onderhandelingen niet zo maar is geoorloofd, moet worden gekeken naar het hele verloop daarvan. De Hoge Raad zegt daarover het volgende:
“Daarbij dient rekening te worden gehouden met de mate waarin en de wijze waarop de partij die de onderhandelingen afbreekt tot het ontstaan van dat vertrouwen heeft bijgedragen en met de gerechtvaardigde belangen van deze partij. Hierbij kan ook van belang zijn of zich in de loop van de onderhandelingen onvoorziene omstandigheden hebben voorgedaan, terwijl, in het geval onderhandelingen ondanks gewijzigde omstandigheden over een lange tijd worden voortgezet, wat betreft dit vertrouwen doorslaggevend is hoe daaromtrent ten slotte op het moment van afbreken van de onderhandelingen moet worden geoordeeld tegen de achtergrond van het gehele verloop van de onderhandelingen.”
De Hoge Raad spreekt van een strenge en tot terughoudendheid nopende maatstaf. Anders gezegd, alleen in uitzonderlijk situaties kan bij het afbreken van onderhandelingen een verplichting tot vergoeding van schade ontstaan.
Bewijslast
Uit het citaat uit het arrest van de Hoge Raad HR CBB/JPO blijkt dat er geen algemene regel is om te bepalen wanneer er wel een verplichting tot vergoeding van schade ontstaat bij afbreken van onderhandelingen. Ieder geval staat op zich, het komt dus neer op de specifieke feiten en omstandigheden van het geval.
Bij afgebroken onderhandelingen zal aan de hand van de feiten en omstandigheden moeten worden vastgesteld of het afbreken wel of niet aanvaardbaar was. Mocht worden geoordeeld dat de andere partij er gerechtvaardigd op heeft kunnen en mogen vertrouwen dat een overeenkomst tot stand zou komen, dan pas komt een schadevergoeding in beeld.
Het is echter aan de partij die aanspraak maakt op schadevergoeding om zodanig specifieke feiten en omstandigheden te stellen en te bewijzen die maken dat het afbreken van onderhandelingen onaanvaardbaar is. Daarnaast zal de schade en het verband van die schade met het afbreken moeten worden aangetoond. Kortom, het is geen kleine horde die moet worden genomen.
Intentieovereenkomst of LOI
Omdat bij het afbreken van onderhandelingen onduidelijkheid kan ontstaan over de verplichting om schade te vergoeden, kan het verstandig zijn hier vooraf afspraken over te maken. Dit is vooral aan de orde bij onderhandelingen die veel tijd kosten en investeringen vergen. Bijvoorbeeld in het geval wanneer uitgebreid boekenonderzoek plaats vindt.
In een intentieovereenkomst of letter of intent (LOI) kunnen concrete afspraken worden gemaakt over vergoeding van gemaakte kosten of schade op het moment dat een van de partijen de onderhandelingen beëindigd. Deze afspraken kunnen natuurlijk ook inhouden dat in het geheel geen kosten- of schadevergoeding is verschuldigd.
Conclusie
Uitgangspunt is dat het partijen die met elkaar in onderhandeling zijn vrij staat deze onderhandelingen af te breken. Dit is alleen anders wanneer de andere partij er op kon en mocht vertrouwen dat een overeenkomst tot stand zou komen, of wanneer sprake is van andere bijzondere omstandigheden. Het is aan die partij om zodanige feiten en omstandigheden te stellen en te bewijzen dat het afbreken van de onderhandelingen onaanvaardbaar is. Om discussie bij meer complexe onderhandelingen waarbij kosten zullen moeten worden gemaakt te voorkomen, is het raadzaam hierover vooraf afspraken te maken en deze afspraken schriftelijk vast te leggen in een intentieovereenkomst of LOI.
Meer informatie?
Maatwerk Advocaten treedt voor haar cliënten veelvuldig op bij onderhandelingen, het opstellen van intentieovereenkomsten en adviseert over de risico’s tijdens het onderhandelingstraject. Maatwerk Advocaten heeft daarnaast veel ervaring in het procederen over afgebroken onderhandelingen, en kan u vooraf een goede inschatting geven van de risico’s. Neem voor meer informatie of vragen vrijblijvend contact op met Diederik Maat via 050-7600 900 of maat@maatwerk-advocaten.nl.