Opzeggen van een agentuurovereenkomst; hoe werkt het?
Wat is een agentuur overeenkomst?
De agentuurovereenkomst is een in de wet geregelde bemiddelingsovereenkomst. Een partij, de agent, verbindt zich om voor een ander, de principaal, tegen betaling te bemiddelen bij de totstandkoming van overeenkomsten. Eventueel sluit de agent deze overeenkomsten op naam en voor rekening van de principaal af. De agent voert zijn bemiddelingswerkzaamheden uit zonder ondergeschikt te zijn aan de principaal. De agentuurovereenkomst, en de opzegging van de agentuurovereenkomst, is geregeld in artikel 7:428 en verder van het Burgerlijk Wetboek(BW).
Hoe werkt een agentuurovereenkomst?
De agent handelt uitdrukkelijk niet in eigen naam, maar als vertegenwoordiger van de principaal. De overeenkomst die door de bemiddeling van de agent tot stand komt wordt gesloten tussen de klant en de principaal. De agent is dus geen partij bij die overeenkomst. Er ontstaat dan ook geen rechtsverhouding tussen de klant en de agent. Het financiële risico voor de agent is daardoor beperkt.
Voor deze bemiddeling bij de totstandkoming van overeenkomsten voor de levering van goederen of diensten ontvangt de agent een vergoeding. Meestal in de vorm van een provisie per succesvolle “bemiddeling”, vaak aangevuld met een prestatiebonus.
Opzegging of beëindiging van de agentuurovereenkomst
Bij een agentuurovereenkomst voor onbepaalde tijd of voor bepaalde tijd met recht van tussentijdse opzegging, is ieder der partijen bevoegd deze te beëindigen met inachtneming van de overeengekomen opzegtermijn. De wet stelt daaraan wel een minimum. Artikel 7:437 lid 2 BW bepaalt dat de termijn van opzegging in het eerste jaar tenminste één maand bedraagt, in het tweede jaar twee maanden en drie maanden in de volgende jaren. Wanneer principaal en agent een langere opzegtermijn overeenkomen, dan geldt dat de opzegtermijn voor de principaal niet korter mag zijn dan die van de agent. Zijn partijen geen opzegtermijn overeengekomen, dan geldt bij overeenkomsten die korter dan drie jaar hebben gelopen een opzegtermijn van vier maanden. Bij een looptijd van drie tot zes jaar, een opzegtermijn van vijf maanden. En bij overeenkomsten die langer dan zes jaar hebben geduurd, een opzegtermijn van zes maanden.
BBA van toepassing?
Artikel 1 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (BBA) kent een ruime werknemersdefinitie. Behalve de werknemer met een arbeidsovereenkomst wordt in het BBA ook als werknemer aangemerkt:
“degene, die persoonlijk arbeid verricht voor een ander, tenzij hij dergelijke arbeid in de regel voor meer dan twee anderen verricht of hij zich door meer dan twee andere personen, niet zijnde zijn echtgenoot of geregistreerd partner of bij hem inwonende bloedverwanten of aanverwanten of pleegkinderen, laat bijstaan of deze arbeid voor hem slechts een bijkomstige werkzaamheid is”.
Vaak valt een agent onder de definitie van werknemer van het BBA. En daarmee ook onder de werking van het BBA. Dat houdt in dat in gevallen waarbij de agent minder dan drie opdrachtgevers of principalen heeft voor opzegging, net als bij werknemers, een “ontslagvergunning” van het UWV noodzakelijk is.
Een principaal doet er goed aan om van de agent een VAR-verklaring te verlangen en te controleren of de agent inderdaad voor drie of meer opdrachtgevers/principalen werkt. Let daarbij echter wel op de op handen zijnde wijzigingen per 1 januari 2015!
Schadevergoeding
Artikel 7:439 BW bepaalt dat wanneer de principaal de agentuurovereenkomst opzegt zonder de wettelijke opzegtermijnen als hierboven omschreven in acht te nemen, de agent aanspraak heeft op schadevergoeding. Behalve in gevallen dat er sprake is van een dringende reden. Deze schadevergoeding wordt doorgaans overeenkomstig artikel 7:441 BW vastgesteld op het bedrag aan provisie dat de agent nog zou hebben verdiend wanneer de correcte opzegtermijn zou zijn gehanteerd. Om dit te kunnen berekenen wordt gekeken naar de twaalf maanden direct voorafgaand aan de opzegging. In plaats van deze “gefixeerde” schadevergoeding kan de agent er ook voor kiezen om zijn daadwerkelijk geleden schade te vorderen.
Klanten- of goodwillvergoeding
Tijdens de looptijd van een agentuurovereenkomst bouwt de agent een bestand met klanten op en breidt hij een bestaande klantenportefeuille verder uit. De agent heeft op die manier goodwill opgebouwd. Daarvan blijft de principaal na opzegging en beëindiging van de overeenkomst met de agent in de meeste gevallen de vruchten plukken.
Artikel 7:442 BW bepaalt dat, naast het recht op schadevergoeding, de agent bij het einde van de agentuurovereenkomst ook recht heeft op een vergoeding van goodwill wanneer:
- De agent nieuwe klanten heeft aangebracht bij de principaal of de overeenkomsten met de bestaande klanten aanmerkelijk heeft uitgebreid, en de overeenkomsten met deze klanten de principaal nog aanzienlijke voordelen opleveren, en
- de betaling van een vergoeding billijk is, gelet op alle omstandigheden, in het bijzonder op de verloren provisie uit de overeenkomsten met deze klanten.
De klanten of goodwillvergoeding is gebaseerd op het voordeel van de principaal bij beëindiging van de agentuurovereenkomst en gemaximeerd op de provisie van de agent over van één jaar, berekend naar het gemiddelde van de laatste vijf jaren, of – wanneer de agentuurovereenkomst korter heeft geduurd – naar het gemiddelde van de totale duur van de overeenkomst.
Berekening van de hoogte van de klanten- of goodwillvergoeding
De wijze van berekenen van het voordeel van de principaal bij beëindiging, en daarmee van de klanten- of goodwillvergoeding is door de Hoge Raad in het arrest HR 2 november 2012 (ECLI:NL:HR:2012:BW9865) nader uitgewerkt. De berekening verloopt in drie fasen.
Fase 1
In fase 1 wordt het voordeel van de principaal vastgesteld op basis van de in de laatste twaalf maanden door de agent verdiende bruto provisie betreffende de nieuwe en geïntensiveerde bestaande klanten. Dit bedrag wordt vervolgens gecorrigeerd aan de hand van de volgende drie factoren: de duur van het voordeel dat de principaal naar verwachting aan de transacties met genoemde klanten kan ontlenen (1), het verloop van het klantenbestand (2) en tot slot de versnelde ontvangst van provisie-inkomsten door de agent (3), doordat hij die ineens krijgt uitgekeerd.
Fase 2
Vervolgens wordt in fase 2 gekeken of het bedrag dat wordt vastgesteld in fase 1 billijk is. De hoogte van het bedrag dat de agent als gevolg van de beëindiging van de agentuurovereenkomst misloopt is daarbij een belangrijkste factor. Ook het feit dat de agent na het eindigen van de agentuurovereenkomst is gebonden aan een relatiebeding kan van invloed zijn. Deze factoren kunnen leiden tot zowel een bijstelling naar boven als naar beneden.
Fase 3
In fase 3 wordt tot slot gekeken of het bedrag niet het wettelijke maximum overschrijdt. Dit maximum is vastgelegd in artikel 7:442 lid 2 BW. In dit artikel is bepaald dat de klant- of goodwillvergoeding niet meer mag bedragen dan de provisie over één jaar, berekend naar het gemiddelde van de laatste vijf jaren, of – indien de agentuurovereenkomst korter heeft geduurd – naar het gemiddelde van de gehele duur daarvan.
De agent dient tot slot binnen één jaar aanspraak te maken op de klanten- of goodwillvergoeding.
Tips; leg afspraken goed vast en ga zorgvuldig te werk bij opzegging van de agentuurovereenkomst
De belangrijkste adviezen:
- Leg afspraken goed vast. Er zijn op internet veel standaard agentuurovereenkomsten te vinden. Geen enkel geval is echter hetzelfde. Vaak worden specifieke afspraken gemaakt over provisies, bonussen of andere prestatieafhankelijke vergoedingen. Kortom, het opstellen van een agentuurovereenkomst is Maatwerk. Laat uw agentuurovereenkomst opstellen of beoordelen door een jurist.
- De opzegging of beëindiging van de agentuurovereenkomst kan verstrekkende gevolgen hebben. Zowel voor de principaal als de agent. Voorkom onnodige (financiële) verrassingen. Raadpleeg een jurist.
Heeft u vragen over agentuurovereenkomsten, het opzeggen of beëindigen daarvan? Of wilt u uw agentuurovereenkomst laten opstellen of beoordelen? Neem contact op met Diederik Maat via 050-7600 900 of maat@maatwerk-advocaten.nl.