De aanzegverplichting en aanzegvergoeding
De aanzegverplichting en aanzegvergoeding
Het zal u niet ontgaan zijn. Met ingang van 1 januari 2015 is met de invoering van de Wet Werk en Zekerheid er het nodige gewijzigd in het arbeidsrecht. De eerste twee uitspraken van kantonrechters over het niet correct nakomen van de nieuwe aanzegverplichting zijn inmiddels gewezen op 13 mei 2015 en 5 juni 2015. De kantonrechter Leeuwarden en de kantonrechter Rotterdam viel de eer te beurt om zich over deze nieuwe wetgeving uit te laten.
Hoe werkt de aanzegverplichting
Op grond van de nieuwe wet heeft de werkgever een aanzegverplichting opgelegd gekregen bij arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd van zes (6) maanden of langer.
In artikel 7:668 BW is letterlijk bepaald:
“De werkgever informeert de werknemer schriftelijk uiterlijk een maand voordat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt:
- over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst; en
- bij voortzetting, over de voorwaarden waaronder hij de arbeidsovereenkomst wil voortzetten.
Uit deze nieuwe bepaling vloeien een aantal verplichtingen voor de werkgever voort, te weten:
- De aanzegging is verplicht bij contracten voor bepaalde tijd van 6 maanden of langer;
- De aanzegging moet schriftelijk gebeuren en de werknemer schriftelijk bereiken;
- De aanzegging moet uiterlijk 1 maand voor het eindigen van de arbeidsovereenkomst gebeuren;
- De aanzegging moet duidelijk zijn over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst;
- Bij verlenging van de arbeidsovereenkomst moet de aanzegging vermelden onder welke arbeidsvoorwaarden er wordt voortgezet.
Maar wat als de werkgever niet, niet tijdig of niet schriftelijk heeft aangezegd?
Schending aanzegverplichting
Als de werkgever vergeet om tijdig, dat wil zeggen uiterlijk 1 maand voor het einde van de arbeidsovereenkomst, schriftelijk aan te zeggen dan is de werkgever een aanzegvergoeding, lees boete, verschuldigd aan de werknemer van maximaal een bruto maandloon.
Is bijvoorbeeld 2 weken te laat aangezegd door de werkgever, dan is de werkgever een aanzegvergoeding naar rato verschuldigd aan de werknemer.
Onder loon wordt overigens verstaan, het bruto uurloon vermenigvuldigd met de overeengekomen arbeidsduur per maand. Alleen in geval van faillissement, surseance van betaling of toepassing van de schuldsaneringsregeling is geen aanzegvergoeding verschuldigd.
Vervaltermijn
De werknemer moet bij het niet correct nakomen van de aanzegverplichting door de werkgever, zelf tot actie overgaan en de aanzegvergoeding opeisen bij de werkgever. De werknemer moet hiertoe binnen 3 maanden na het moment waarop de aanzegverplichting ontstond, de boete opeisen bij de werkgever.
In de praktijk betekent dit dat de werknemer binnen 2 maanden na het eindigen van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd een verzoekschrift moet hebben ingediend bij de kantonrechter om de aanzegboete te vorderen.
Verzoekschrift
Is het verzoekschrift niet binnen 2 maanden na het einde van de arbeidsovereenkomst ingediend bij de rechter, dan is het recht op de aanzegvergoeding vervallen. De werknemer is dan te laat en kan na deze termijn geen rechten meer claimen met betrekking tot de aanzegvergoeding. De wetgever heeft bewust voor deze (korte) vervaltermijn gekozen, om zodoende langdurige open eindjes te voorkomen en rechtsonzekerheid te voorkomen.
Kantonrechter Rotterdam 5 juni 2015
Op 5 juni 2015 heeft de kantonrechter Rotterdam zich uitgesproken over het verbeuren van de aanzegvergoeding.
Feiten
De werknemer vorderde bij de rechter de aanzegvergoeding van 1 maand loon, omdat de werkgever niet schriftelijk de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd had aangezegd. De arbeidsovereenkomst van de werknemer eindigde op 4 februari 2015.
De werkgever stelt in de procedure dat zij bij brief van 30 december 2014 schriftelijk aan de werknemer kenbaar heeft gemaakt dat de arbeidsovereenkomst niet wordt verlengd per 4 februari 2015. Op 15 januari 2015 zou ook mondeling nogmaals “de niet verlenging” zijn aangegeven.
De werknemer laat ter zitting een geluidsopname van het gesprek van 15 januari horen, waarbij op geen enkele wijze door de werkgever wordt verwezen naar de brief van 30 december 2014 en zelfs letterlijk wordt gesteld door de werkgever dat er geen haast is met de aanzegging. De werknemer betwist dan ook dat zij ooit een brief met de aanzegging heeft ontvangen en handhaaft haar standpunt.
Uitspraak rechter
De kantonrechter overweegt vervolgens;
“De wet verlangt nadrukkelijk dat de werkgever de werknemer schriftelijk informeert. Ten aanzien van de schriftelijkheid van de aanzegverplichting blijkt uit de wetsgeschiedenis (vide de MvA Kamerstukken I 2013/14, 33818, C, p. 79) onder meer het volgende:
“Om de positie van de werknemer te versterken, wordt met dit wetsvoorstel geregeld dat de mondelinge toezegging van de werkgever op dit punt wordt geformaliseerd via een schriftelijke aanzegplicht. Zo wordt voorkomen dat een werkgever weliswaar aan een werknemer toezegt om de arbeidsovereenkomst voort te zetten, maar deze toezegging vervolgens niet nakomt. Zonder deze aanzegplicht kan het ook voorkomen dat een werkgever zo lang mogelijk wacht met de mededeling dat er geen vervolgcontract zal worden aangeboden.
Op grond van vorenstaande overwegingen moet derhalve geconcludeerd worden dat aan de mondelinge aanzegging tijdens het gesprek op 15 januari 2015 geen betekenis toekomt, zodat werkgever de aanzegvergoeding van één maandsalaris als bedoeld in artikel 7:668 lid 3 BW verschuldigd is.”
Conclusie
Het is zowel voor de werkgever als de werknemer van groot belang tijdig met elkaar met elkaar in gesprek te gaan over een eventuele verlenging van de arbeidsovereenkomst. Vervolgens ligt het op de weg van de werkgever de aanzegging schriftelijk te bevestigen aan de werknemer en er zorg voor te dragen dat de aanzegging de werknemer bereikt. De bewijslast hiervan ligt bij de werkgever.
Tip
Het advies is dan ook om de aanzegbrief ofwel aangetekend te versturen danwel persoonlijk aan de werknemer te verstrekken met een handtekening voor ontvangst. Dit voorkomt nare discussies en procedures achteraf.
Meer info
Wilt u meer informatie over de aanzegverplichting en / of de aanzegvergoeding en de rechten en plichten voor u als werkgever of werknemer of heeft u andere arbeidsrechtelijke vragen, neem dan contact op met Jolande de Nooij op telefoonnummer op 050 -7600 900 of denooij@maatwerk-advocaten.nl.