De klachtplicht: Speak now or forever hold your peace

De klachtplicht: Speak now or forever hold your peace

De tekst uit het Book of Common Prayer “Speak now or forever hold your peace” wordt in de Anglicaanse kerk uitgesproken bij de huwelijksvoltrekking. Het is de religieuze variant van onze klachtplicht, of eigenlijk is het andersom. Ons huidig burgerlijk wetboek dateert uit 1992. Het Book of Common Prayer vindt zijn oorsprong in 1549.

Het gebod om zich op dat moment uit te spreken, of anders voor eeuwig te zwijgen, brengt tot uitdrukking dat de termijn voor protest tegen een huwelijk eindig is. Na de voltrekking van het huwelijk wordt men geacht er in te berusten. Dan nog protesteren is te laat. Men heeft voor die tijd voldoende tijd en gelegenheid gehad om te onderzoeken of er sprake is van gegronde bezwaren en om deze met het echtpaar te delen.

De klachtplicht in de wet

Bij wanprestatie werkt het eigenlijk net zo. De wetgever zegt het in artikel 6:89 BW als volgt:

“De schuldeiser kan op een gebrek in de prestatie geen beroep meer doen, indien hij niet binnen bekwame tijd nadat hij het gebrek heeft ontdekt of redelijkerwijze had moeten ontdekken, bij de schuldenaar terzake heeft geprotesteerd.”

Kort en bondig: over een gebrekkige prestatie of wanprestatie moet men tijdig klagen, anders is het te laat. Niet tijdig klagen heeft verstrekkende gevolgen.

De klachtplicht in de jurisprudentie

De Hoge Raad heeft in het arrest HR 8 februari 2013 (ECLI:NL:HR:2013:BY4600) uiteen gezet hoe de vraag of is voldaan aan de klachtplicht moet worden beantwoord. Er dient niet alleen te worden gekeken naar het tijdsverloop. Naast het tijdsverloop moet acht worden geslagen op alle omstandigheden van het geval. Dat wil zeggen dat rekening moet worden gehouden met de aard van de rechtsverhouding en de (wan)prestatie. Tot slot moet er een belangenafweging plaatsvinden. Het belang van de schuldeiser bij de handhaving van zijn rechten enerzijds, moet worden afgewogen tegen het belang van de schuldenaar dat is geschaad doordat de schuldeiser niet binnen bekwame tijd heeft geprotesteerd tegen de wanprestatie anderzijds.

Wanneer veel tijd is verstreken tussen de wanprestatie en de klacht zal al snel sprake zijn van een benadeling van de bewijspositie of een aantasting van de mogelijkheid om de gestelde wanprestatie of gebrek ongedaan te maken. Tijdsverloop speelt om die reden ook bij de belangenafweging (indirect) een belangrijke rol.

De klachtplicht in de praktijk

Een cliënt had te maken met een wederpartij die haar facturen ook na herhaalde aanmaning niet betaalde. Om die reden werd een dagvaarding opgesteld en aan de wederpartij betekend. In de dagvaarding werd betaling van de openstaande facturen gevorderd. De optelsom van deze facturen bedroeg inclusief rente en kosten meer dan € 70.000,00. In reactie daarop kwam de wederpartij met allerlei klachten over de manier waarop mijn cliënt uitvoering had gegeven aan de tussen hen gesloten overeenkomst. Het schriftelijke verweer gebaseerd op de gepretendeerde gebreken besloeg vele tientallen pagina’s, en werd onderbouwd met een groot aantal stukken. De wederpartij stelde als gevolg van die gebreken forse schade te hebben geleden. Er werd dan ook een tegenvordering ingediend van meer dan € 100.000,00.

Wat deze stapel papier niet kon verhullen was dat de wederpartij na het laatste contact met mijn cliënt en de ontvangst van de factuur heel lang niets van zich had laten horen. Laat staan dat was geklaagd. Namens cliënt is in reactie op dit verweer dan ook gesteld dat de wederpartij niet had voldaan aan de klachtplicht van artikel 6:89 BW.

De rechtbank oordeelde uiteindelijk dat inderdaad niet was voldaan aan de klachtplicht. Dit omdat tussen de gestelde wanprestatie en het moment van klagen daarover zo veel tijd was verstreken dat mijn cliënt de gelegenheid was ontnomen om de gestelde gebreken te herstellen.

Dit bracht mee dat de wederpartij geen rechten meer kon ontlenen aan de gestelde gebreken in de prestatie van mijn cliënt. De vorderingen van cliënt werden dan ook toegewezen, de vordering van de wederpartij tot vergoeding van schade afgewezen. De wederpartij werd daarnaast veroordeeld in de kosten van de procedure.

N.B. Aan een inhoudelijke behandeling van de zaak wordt bij een geslaagd beroep op de klachtplicht van artikel 6:89 BW niet meer toegekomen. Ook niet in het geval daadwerkelijk sprake is van wanprestatie of gebreken en schade als gevolg daarvan.

Tips: klaag tijdig, schriftelijk en wees concreet

De belangrijkste adviezen:

  • Klaag op tijd. Wacht niet te lang. Stilzitten kan verstrekkende gevolgen hebben. In het uiterste geval wordt men gedwongen te berusten in de wanprestatie van een ander. Klaag direct na ontdekking van het gebrek of de wanprestatie.
  • Klaag schriftelijk, dat wil zeggen per aangetekende brief of e-mail met bewijs van verzending. Een eerste reactie is vaak om de telefoon te pakken en mondeling beklag te doen. Dit kan tot bewijsproblemen leiden in een procedure. De stelling dat niet (tijdig) is voldaan aan de klachtplicht kan eenvoudig worden gepareerd door overlegging van een brief of e-mail met bewijs van (aangetekende) verzending.
  • Beschrijf de klacht. Een algemene opmerking dat sprake is van wanprestatie of een gebrek is onvoldoende. De wanprestatie of het gebrek moet voldoende duidelijk worden omschreven. Geef de wederpartij, indien (nog)mogelijk, een redelijke termijn voor herstel.

Hebt u vragen over de klachtplicht, wanprestatie of wilt u advies over wat te doen in een geschil met een leverancier of afnemer? Neem dan contact op met Diederik Maat via 050-7600 900 of maat@maatwerk-advocaten.nl.