Betwisting handtekening, op wie rust de bewijslast van de echtheid?

Betwisting handtekening, op wie rust de bewijslast van de echtheid?

Je denkt als opdrachtgever, werkgever of verhuurder de zaken goed voor elkaar te hebben. Je hebt duidelijke afspraken gemaakt, en deze goed vastgelegd in een overeenkomst met een mooie handtekening van de andere partij er onder. Wat kan er nog mis gaan?

Op die vraag komt vaak pas een antwoord op het moment dat de andere partij zijn verplichtingen niet nakomt, of een verbodsbepaling overtreedt, denk aan een concurrentie of geheimhoudingsbeding in een arbeidsovereenkomst. De overeenkomst wordt op zo’n moment pas echt op de proef gesteld, zou je denken….

Helaas komt het echter maar al te vaak voor dat het niet over de inhoud van de overeenkomst gaat, maar dat de echtheid van de handtekening wordt betwist. Een hele juridische discussie wordt van tafel geveegd met de opmerking: maar dat is mijn handtekening niet!

Bewijslast echtheid van de handtekening

Bij betwisting van de echtheid van een handtekening moet eerst worden gekeken naar wat voor soort document het gaat, gaat het om een authentieke of een onderhandse akte. De meeste overeenkomsten worden door partijen zelf, een accountant of advocaat opgesteld en kwalificeren als onderhandse akte. Een door een notaris, deurwaarder of ambtenaar van de burgerlijke stand in de vereiste vorm opgemaakt document kwalificeert als een authentieke akte.

Bij authentieke aktes geldt dat wordt uitgegaan van authenticiteit. Er wordt kortom vanuit gegaan dat de akte is opgemaakt door een bevoegd persoon en de ondertekening wordt behoudens tegenbewijs verondersteld echt te zijn.

Dat is anders bij een onderhandse akte. Bij betwisting daarvan rust de bewijslast van de echtheid van een handtekening onder een onderhandse akte op degene die zich op de inhoud daarvan beroept. Dit houdt in dat wanneer een verhuurder zich beroept op de inhoud van de huurovereenkomst, en de huurder de echtheid van de aan hem of haar toegeschreven handtekening betwist, de verhuurder moet bewijzen dat de handtekening wel van de huurder is.

Deskundigenonderzoek en procesrisico

De echtheid van een handtekening bewijzen is geen sinecure. Wanneer in het voorbeeld de huurder ten stelligste blijft ontkennen dat de handtekening onder de huurovereenkomst van zijn hand is, dan rest de verhuurder niet anders dan tot dagvaarding over te gaan om zijn recht te halen. In die procedure zal de verhuurder worden opgezadeld met de bewijslast. Het is aan hem om te bewijzen dat de handtekening echt en van de huurder afkomstig is. De verhuurder kan de rechtbank dan verzoeken een deskundigenonderzoek te gelasten, de rechtbank zal dit toewijzen en de vragen voor de schriftdeskundige formuleren. De vragen aan de schriftdeskundige zullen dan ongeveer luiden als volgt:

  1. Kunt u aangeven of de handtekening op de schuldbekentenis onder de huurovereenkomst door huurder geplaatst is?
  2. Met welke mate van waarschijnlijkheid kunt u dit aangeven?
  3. Hebt u overigens nog opmerkingen die voor deze zaak van belang zijn?

De kosten van het onderzoek door een schriftdeskundige worden bij wijze van voorschot bij de verhuurder in rekening gebracht. Deze kosten zijn vaak hoog. Vervolgens zal de deskundige de huurder vragen om kopieën van officiële documenten waarop zijn handtekening staat , en om een aantal nieuwe handtekeningen te zetten. De deskundige hanteert vier categorieën van waarschijnlijkheid, hoe hoger de mate van waarschijnlijkheid dat de handtekening echt is, hoe beter.

De uitkomst van de procedure staat of valt veelal met de uitkomst van het onderzoek door de schriftdeskundige, en is ongewis. Er is dan ook sprake van een zeker procesrisico.

Oplossingen

Hoewel de soep niet altijd zo heet wordt gegeten als hij wordt opgediend is voorkomen beter dan genezen. Immers, een procedure en deskundigenonderzoek is kostbaar. In die gevallen dat handtekeningperikelen een rol kunnen spelen is het zaak hier op te anticiperen. Er zijn een aantal mogelijkheden:

  1. De overeenkomst gieten in de vorm van een notariële akte, bijvoorbeeld bij een schuldbekentenis;
  2. De handtekeningen laten legaliseren, dit houdt in dat de handtekeningen in het bijzijn van een notaris worden gezet;
  3. De overeenkomst mee laten tekenen door een getuige;
  4. Bevestigen van de ondertekening van de overeenkomst aan de wederpartij per e-mail met in de bijlage een (beveiligde) scan daarvan.

Maatwerk Advocaten heeft uitgebreide ervaring met het opstellen van overeenkomsten, het adviseren bij de totstandkoming en het procederen over de nakoming daarvan. Voor vragen over contracten, geschillen en handtekeningperikelen kunt u vrijblijvend contact opnemen met Diederik Maat via maat@maatwerk-advocaten.nl of 050-7600 900.

advocaat groningen

Echtheid handtekening, bewijslast, deskundigenonderzoek en procesrisico