Per 1 juli 2021 wijziging Wet Arbeidsmarkt in Balans
Zoals werkgevers en werknemers zullen weten is per 1 januari 2020 de Wet Arbeidsmarkt in Balans in werking getreden. Deze nieuwe wet bracht zowel voor werkgevers als werknemers de nodige wijzigingen met zich mee.
Rechtspositie oproepkracht
De gedachte achter de Wet Arbeidsmarkt in Balans (hierna te noemen: WAB) was (en is) om de rechtspositie van de oproepkracht te verstevigen en deze groep werknemers meer (rechts)zekerheid te bieden. Minister Koolmees heeft dit willen bewerkstelligen door de werkgever te verplichten aan oproepkrachten op enig moment een vaste arbeidsomvang aan te bieden.
Aanbod vaste arbeidsomvang
Sinds 1 januari 2020 is de werkgever op grond van artikel 7:628a lid 5 BW verplicht om aan de oproepkracht steeds als de arbeidsovereenkomst alles bij elkaar 12 maanden heeft geduurd binnen een maand schriftelijk of elektronisch een aanbod voor een vaste arbeidsomvang te doen, die ten minste gelijk is aan de gemiddelde omvang van de arbeid in die voorafgaande periode van 12 maanden.
Doet de werkgever een dergelijk aanbod niet of niet tijdig, dan heeft de oproepkracht op grond van artikel 7:628a lid 8 BW gedurende de periode waarin de werkgever de verplichting als bedoeld in artikel 7:628a lid 5 BW niet nakomt, recht op loon over de arbeidsomvang die aangeboden had moeten worden. Inmiddels zijn hier ook de nodige procedures over gevoerd, onder andere bij de Rechtbank Gelderland.
Per welke datum vaste arbeidsomvang in laten gaan?
De praktijk heeft in het jaar 2020 geleerd dat de formulering van artikel 7:628a BW niet bepaald van duidelijkheid uitblonk. In de praktijk werd aangelopen tegen de volgende (rechts)vragen:
- Binnen welke termijn moet de oproepkracht een aanbod voor een vaste arbeidsomvang accepteren? Oftewel, hoelang mag een oproepkracht nadenken over het aanbod?
- Als de oproepkracht het aanbod voor een vaste arbeidsomvang accepteert, wanneer gaat deze vaste arbeidsomvang vervolgens dan in?
Verzamelwet met wijzigingen in de WAB per 1 juli 2021
Op deze vragen is met de invoering van de Verzamelwet per 1 juli 2021 duidelijkheid gegeven door de wetgever. De sinds 1 januari 2020 geldende wettelijke regeling in de WAB wordt aangepast althans uitgebreid. Artikel 7:628a BW, dat het aanbod voor een vaste arbeidsomvang aan oproepkrachten regelt, wordt gewijzigd in die zin dat:
- De huidige wettelijke termijn van ten minste één maand waarbinnen de oproepkracht het aanbod van de werkgever kan aanvaarden één (1) maand wordt, en;
- Er komt een uiterlijke ingangsdatum waarop de vaste arbeidsomvang ingaat, te weten: uiterlijk twee (2) maanden nadat de arbeidsovereenkomst 12 maanden heeft geduurd.
Kleur verschieten en nieuw aanbod bij non-acceptatie
Het is overigens van belang te realiseren dat als de oproepkracht het aanbod van de werkgever van een vaste arbeidsomvang accepteert, er niet langer sprake is van een oproepovereenkomst in de zin van artikel 7:628a BW, maar van een arbeidsovereenkomst. De overeenkomst verschiet dan dus van kleur.
Accepteert de oproepkracht het aanbod van een vaste arbeidsomvang daarentegen niet, dan wordt de bestaande oproepovereenkomst gewoon voortgezet. Let wel, de werkgever moet in dat geval na 12 maanden op grond van artikel 7:628a lid 5 BW weer opnieuw een schriftelijk aanbod doen aan de oproepkracht voor een vaste arbeidsomvang die gelijk is aan het gemiddelde aantal uren waarvoor de oproepkracht in de daaraan voorafgaande 12 maanden is opgeroepen. Dit is dus een jaarlijks terugkerend aandachtspunt, zolang de oproepovereenkomst voortduurt.
Meer info
Heeft u vragen over de (wijzigingen in de) Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) en wat dit voor u als werkgever of werknemer betekent in de praktijk, of heeft u andere vragen over het arbeidsrechten en/of ontslagrecht?
Neem dan gerust vrijblijvend contact op met Jolande de Nooij op telefoonnummer 050 7600 900 of denooij@maatwerk-advocaten.nl
Maatwerk Advocaten adviseert op het gebied van het Arbeidsrecht, Ontslagrecht en Contractenrecht! Wij staan ondernemers, particulieren, werkgevers en werknemers met raad en daad bij, maar ook ZZP-ers, stichtingen, profit of non-profit organisaties.