Studiekosten terugvorderen; hoe, wat, waar

Maatwerk Advocaten krijgt van zowel werkgevers als werknemers regelmatig de vraag of na een opzegging van de arbeidsovereenkomst, de door een werkgever betaalde studiekosten kunnen worden teruggevorderd.

Een veelgehoord argument voor de terugvordering is, dat er investeringen zijn gepleegd ten behoeve van een werknemer, welke investeringen door de opzegging van de arbeidsovereenkomst door de werknemer “tot uitbetaling” komen bij een volgende werkgever.

Studiekosten

Of de door een werkgever voor de werknemer gemaakte studiekosten kunnen worden teruggevorderd hangt (mede) af van de vraag wat daarover is afgesproken in de arbeidsovereenkomst, CAO, studiekostenbeding of in een studiekostenovereenkomst, maar ook hoe een en ander is geformuleerd en of er uitvoerig met elkaar over is gesproken. Veelal maakt een (standaard) studiekostenbeding onderdeel van de arbeidsovereenkomst uit en wordt dit, zonder daar verder uitgebreid over te spreken, door beide partijen ondertekend.

Het belang van transparantie en duidelijkheid bij het sluiten van een studiekostenbeding of studiekostenovereenkomst, bleek maar weer eens in een recente uitspraak van de kantonrechter Roermond d.d. 28 januari 2021.

Casus

Een werknemer treedt in het jaar 2016 in dienst bij een autoschadeherstelbedrijf in de functie van leerling schadehersteller, waarbij hij een opleiding bij de School voor autospuiten en schadeherstel zal volgen. In de praktijk betekent dit vier dagen werken en een dag school. In de daaropvolgende schooljaren 2017/2018 en 2018/2019 heeft hij ook daadwerkelijk opleidingen genoten, waarbij de kosten worden gedragen door de werkgever.

In de arbeidsovereenkomst is over de studiekosten afgesproken

“Werkgever is genegen studiekosten voor werknemer te betalen, indien het bedrijf daar baat bij heeft. Gebruikelijk in die situatie is het volgende:

Indien werknemer binnen 1 jaar na de opleiding of het behalen van het diploma het dienstverband vrijwillig beëindigt, dan dient hij de studiekosten/examenkosten volledig aan de werkgever terug te betalen;

Idem voor 1 tot 2 jaar: 75%

Idem voor 2 tot 3 jaar: 50%

Idem voor 3 tot 4 jaar: 25%”

In het schooljaar 2018/2019 heeft de werknemer de laatste opleiding afgerond. De werknemer zegt  de arbeidsovereenkomst per 1 augustus 2019 op en is in dienst getreden bij een concu-collega van zijn werkgever. De werkgever vordert de gemaakte studiekosten van drie schooljaren ten bedrage van ruim € 7.000,- terug van de werknemer en verrekend dit onder meer met de eindafrekening en het salaris van de werknemer.

De werknemer maakt hiertegen bezwaar en stelt bij de kantonrechter dat het studiekostenbeding niet rechtsgeldig is en vordert in een procedure uitbetaling van zijn salaris en een eindafrekening.

Wat zegt de rechter?

Bij de beoordeling van de vraag of het studiekostenbeding althans studiekostenovereenkomst rechtsgeldig overeen is gekomen, grijpt de kantonrechter in zijn uitspraak terug op het aloude en bekende Muller/Vanopzeeland-arrest.

De kantonrechter overweegt daartoe;

“De kantonrechter zal het standaardarrest over het studiekostenbeding Muller/Van Opzeeland over het terugvorderen van loonkosten (van 10 juni 1983, ECLI:NL:HR:1983:AC2816) als uitgangspunt nemen en analoog toepassen op de onderhavige studiekostenbedingen. In dit arrest is de Hoge Raad ingegaan op de materiele vereisten ten aanzien van een studiekostenbeding waarin het terugvorderen van reeds betaald loon tijdens de studie is vastgelegd. De Hoge Raad heeft overwogen dat het systeem van de wet zich niet verzet tegen een dergelijk studiekostenbeding wanneer het gaat om een regeling die:

  • de tijdspanne vaststelt gedurende welke de werkgever geacht wordt baat te hebben van de door de werknemer tijdens diens studiewerkzaamheden verworven kennis en vaardigheden;
  • bepaalt dat de werknemer, indien de dienstbetrekking eindigt, het loon over die periode aan de werkgever zou moeten terugbetalen, en
  • deze terugbetalingsverplichting vermindert naar evenredigheid van het voortduren van de dienstbetrekking gedurende de onder a. bedoelde tijdspanne.

De kantonrechter oordeelt dat aan deze basis vereisten van het studiekostenbeding in de arbeidsovereenkomst althans de studiekostenovereenkomst in deze kwestie is voldaan.

De kantonrechter gaat vervolgens echter nog een stap verder en overweegt;

“Daarnaast geldt echter ook de verplichting dat de werkgever op voorhand duidelijk moet maken wat de consequenties voor de werknemer zijn indien het tot de situatie komt dat hij studiekosten zou moeten terugbetalen. Met name als het om grote bedragen gaat – afgezet tegen het verdiende salaris – zal het voor de werknemer op voorhand duidelijk moeten zijn om welke bedrag het concreet gaat zodat hij een weloverwogen afweging kan maken met betrekking tot het al dan niet voortzetten van zijn dienstverband. Daar wringt in deze zaak de schoen.

Naar het oordeel van de kantonrechter is niet voldaan aan het vereiste van voldoende duidelijkheid van het beding.

De kantonrechter overweegt dat het in deze kwestie niet mogelijk is de werknemer pas na zijn opzegging met de financiële gevolgen van het studiekostenbeding en de terugbetalingsverplichting te confronteren.

De werkgever kan daarom de werknemer niet houden aan het studiekostenbeding en de studiekosten hoeven niet te worden terugbetaald.

Conclusie

Of studiekosten kunnen worden teruggevorderd of moeten worden terugbetaald, staat en valt met het duidelijk communiceren over en vastleggen van de afspraken in een studiekostenbeding of studiekostenovereenkomst alsook de gevolgen daarvan, waarbij o.a. de volgende punten van belang zijn;

  • Voldoet het studiekostenbeding of de studiekostenovereenkomst aan de criteria uit Muller/Van Opzeeland- arrest;
  • Is op voorhand duidelijk gemaakt wat de consequenties voor de werknemer zijn van het tekenen van een studiekostenbeding, indien het tot de situatie komt dat studiekosten zouden moeten worden terugbetaald. Dit geldt te meer als het om grote bedragen gaat, waarbij sprake is van een relatief laag salaris;
  • Is het voor de werknemer op voorhand duidelijk om welk terug te betalen bedrag het concreet gaat, zodat tot een weloverwogen afweging kan worden gekomen met betrekking tot het al dan niet voortzetten van het dienstverband;
  • Is op voorhand in het studiekostenbeding of de studiekostenovereenkomst concreet gemaakt om welke bedragen het gaat.

Het vorenstaande onderstreept het belang van de transparantie tussen werkgever en werknemer, een goede formulering van het studiekostenbeding alsook het maken van duidelijke afspraken over een studiekostenbeding of studiekostenovereenkomst maar weer eens.

Info

Wilt u een studiekostenbeding of studiekostenovereenkomst laten opstellen, laten beoordelen of heeft  u vragen over de rechtsgeldigheid van een studiekostenbeding en de terugvordering van studiekosten? Neem dan gerust vrijblijvend contact op met Jolande de Nooij op telefoonnummer 050 7600 900 of denooij@maatwerk-advocaten.nl

Wij denken graag met u mee en springen in de bres als het nodig is!

Over Maatwerk Advocaten

Maatwerk Advocaten adviseert op het gebied van het Arbeidsrecht, Ontslagrecht en Contractenrecht! Wij staan ondernemers, particulieren, werkgevers en werknemers met raad en daad bij, maar ook ZZP-ers, stichtingen,  profit  of non-profit organisaties. 

Specialisten Arbeidsrecht & Contactenrecht