Vals curriculum vitae
Op het moment dat een werknemer bij een werkgever solliciteert naar een functie, is het curriculum vitae vaak het eerste waar de werkgever naar kijkt. Welke opleidingen heeft de werknemer gevolgd, welke werkervaring is er opgedaan en wat is de thuissituatie. Dit zijn voor een werkgever belangrijke indicatoren om een voorselectie te kunnen maken voor de eerste ronde gesprekken.
Vals curriculum vitae
Maar wat nu als achteraf blijkt dat de werknemer een vals curriculum vitae heeft opgegeven en de werkgever op het verkeerde spoor is gezet. De opgegeven opleidingen blijken helemaal niet te zijn gevolgd, de opgegeven werkgevers blijken niet te bestaan en zelfs de privé situatie is niet correct weergegeven. Wat zijn dan de rechten en plichten van werkgever en werknemer?
Over deze vraag mocht de kantonrechter Den Haag zich op 27 augustus 2015 uitspreken.
Casus
In dit geval deed zich de situatie voor dat een werknemer had gesolliciteerd naar de functie van artsenbezoeker bij een farmaceutisch bedrijf. In deze functie dient de werknemer op wetenschappelijk niveau contacten te onderhouden met zorgverleners, zoals artsen, over geneesmiddelen en ziektebeelden.
De werknemer had in haar curriculum vitae verschillende opleidingen en werkgevers opgegeven die aansloten bij de eisen die aan de functie van artsenbezoeker werden gesteld. De werknemer werd na verschillende gesprekken op 1 oktober 2013 aangenomen door werkgever en ving haar werkzaamheden aan.
In het jaar 2014 ontstaan bij werkgever grote twijfels over het functioneren van de werknemer en ontvangt zij de beoordeling “improvement required”. Als ook na deze beoordeling er geen verbetering in het functioneren van de werknemer optreedt en zelfs blijkt dat zij nauwelijks meer inlogt op de werksystemen, gaat de werkgever op onderzoek uit.
De werkgever confronteert de werknemer met de vraag of het juist is dat zij de op haar curriculum vitae genoemde opleidingen en werkervaring niet heeft. De werknemer erkent dat zij een vals curriculum vitae heeft opgegeven en kan niet verklaren waarom zij dat heeft gedaan.
Ontslag op staande voet
De werkgever geeft werknemer na het gesprek direct ontslag op staande voet en bevestigt dit ontslag ook nog per brief aan haar. De werknemer roept de nietigheid van het ontslag in en wil haar werkzaamheden voortzetten. De werkgever dient vervolgens voor de zekerheid een ontbindingsverzoek in bij de rechter, voor het geval er nog een arbeidsovereenkomst zou bestaan en het ontslag op staande voet geen stand zal houden in een procedure.
Uitspraak rechter
De kantonrechter is volstrekt helder in zijn uitspraak en laat geen twijfel bestaan hoe hij over de zaak denkt.
“Werkgever voert als redelijke grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst aan, de door werknemer verstrekte foutieve informatie over haar identiteit, opleiding en werkervaring. Naar het oordeel van de kantonrechter leveren de door werkgever in dat verband naar voren gebrachte feiten en omstandigheden een redelijke grond voor ontbinding op, zoals bedoeld in artikel 7:669 lid 3, onderdeel e, BW.
Voor de vertrouwensrelatie tussen werkgever en werknemer is essentieel dat een werknemer bij sollicitatie en indiensttreding correcte informatie verstrekt over zijn of haar identiteit.
Werknemer heeft werkgever ten onrechte in de waan gebracht dat zij wel in huis heeft wat nodig is voor het uitoefenen van de geboden functie, en dat is haar zwaar aan te rekenen.
Ten slotte dient de opgegeven relevante werkervaring de werkgever het vertrouwen te geven dat de werknemer in staat is tot het uitoefenen van de geboden functie. Ook in dat opzicht valt werknemer te verwijten dat zij in strijd met de werkelijkheid heeft doen voorkomen dat zij in staat is tot het uitoefenen van de geboden functie.”
Geen transitievergoeding
Vervolgens ontbindt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst en wordt aan werknemer geen transitievergoeding toegekend, omdat werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Ook maakt de kantonrechter gebruik van de mogelijkheid om de arbeidsovereenkomst per een eerdere ontbindingsdatum uit te spreken (artikel 7:671b lid 8, onderdeel b BW) omdat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van het ernstig verwijtbaar handelen van werknemer.
Conclusie
De kantonrechter Den Haag is een van de eerste rechters die onder de nieuwe Wet Werk en Zekerheid inhoudelijk en gemotiveerd een uitspraak doet over de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Ook het nieuwe begrip “ernstige verwijtbaarheid” wordt voor het eerst ingekleurd. Het opgeven van valse informatie over werkervaring, opleiding en identiteit in het curriculum vitae valt onder omstandigheden onder het begrip “ernstig verwijtbaar” en maakt dat er geen recht bestaat op de transitievergoeding.
Het begin van uitspraken door rechters onder de Wet Werk en Zekerheid is er. Er zullen ongetwijfeld nog vele uitspraken en inkleuringen van begrippen volgen. Maatwerk Advocaten houdt u op de hoogte.
Meer Info?
Bel voor meer informatie of vragen over arbeidsrecht en ontslag vrijblijvend met Jolande de Nooij. U kunt haar bereiken op telefoonnummer 050 – 7600 900 of mail naar denooij@maatwerk-advocaten.nl.
Maatwerk Advocaten | specialisten Arbeidsrecht en Contractenrecht