Zwaarwegend bedrijfsbelang

Sinds 1 januari 2015 is er veel te doen over de formulering van het concurrentiebeding in arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd. Niet zo verwonderlijk, omdat sinds 1 januari in de wet is bepaald dat er in een contract voor bepaalde tijd geen concurrentiebeding meer mag worden opgenomen.

Zwaarwegend bedrijfsbelang

Dit is alleen anders als de werkgever kan aantonen en motiveren dat er sprake is van een zwaarwegend bedrijfsbelang, die een concurrentiebeding noodzakelijk maakt. We noemen dit de “tenzij-regel”.

De wijziging in de wet heeft dan ook voor een flink opschudmoment gezorgd. Contracten voor bepaalde tijd moeten worden aangepast en oude modellen moeten worden gewijzigd. In de arbeidsovereenkomst moet het zwaarwegende bedrijfsbelang schriftelijk worden gemotiveerd en uitgelegd. Doet de werkgever dit niet, dan is het concurrentiebeding nietig en heeft het geen enkele waarde.

De vraag is nu;

  • Wat is een zwaarwegend bedrijfsbelang?
  • En als dit zwaarwegend bedrijfsbelang aanwezig is, is een concurrentiebeding dan noodzakelijk om dit belang te beschermen?
  • Hoe formuleer je het zwaarwegende bedrijfsbelang?

Allemaal vragen waar de wetsgeschiedenis van – en toelichting op – de Wet Werk en Zekerheid nagenoeg niets over zegt. De wetsgeschiedenis zegt er ten dele bewust niets over, omdat de wetgever de hoofdregel hanteert; Een concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd mag simpelweg niet meer. Het is verboden sinds 1 januari 2015. Het maakt daarbij niet of het een contract voor 6 maanden, 9 maanden of 1,5 jaar betreft. Bepaalde tijd is, bepaalde tijd en daar mag geen concurrentiebeding meer in worden opgenomen, tenzij…

Tenzij-regel

De vraag is wanneer de” tenzij-regel” maakt, dat er toch een concurrentiebeding in een contract voor bepaalde tijd mag worden opgenomen. Hierover heeft de kantonrechter Amsterdam op 23 juli 2015 zich als eerste rechter uitgelaten.

Casus

Een werknemer is op 1 maart 2015 in dienst getreden van een detacheringbedrijf in de functie van consultant Banking & Insurance. In zijn contract voor bepaalde tijd (1 jaar) is een relatie- en concurrentiebeding opgenomen, die het de werknemer onder andere verbiedt om zonder schriftelijke toestemming van het detacheringsbedrijf voor de duur van 1 jaar na einde arbeidsovereenkomst in dienst te treden bij ondernemingen die gelijke of soortgelijke activiteiten als de werkgever ontplooien.

De werknemer zegt op 29 mei 2015 zijn arbeidsovereenkomst op en wil aan de slag gaan bij een concurrerend detacheringsbedrijf. De werkgever weigert de werknemer te ontheffen uit het concurrentiebeding, waarna de werknemer in kort geding schorsing van het concurrentiebeding vraagt in afwachting van de bodemprocedure.

Standpunt werknemer

De werknemer stelt zich primair op het standpunt dat een concurrentiebeding niet mag worden opgenomen in een contract voor bepaalde tijd en stelt daarnaast dat de werkgever geen zwaarwegend bedrijfsbelang heeft die een concurrentiebeding noodzakelijk maakt en daarmee rechtvaardigt.

Standpunt werkgever

De werkgever stelt dat het concurrentiebeding wel degelijk wordt gerechtvaardigd door een zwaarwegend bedrijfsbelang, nu zij veel tijd en geld investeert in de opleiding van haar werknemers en de werknemers kennis en kunde krijgen van de knowhow van het bedrijf, het netwerk van werkgever en daarmee de werkgever concurrentie kan worden aangedaan.

Uitspraak rechter

De rechter weegt vervolgens de argumenten en belangen van de werknemer en de werkgever en oordeelt;

“Nu sprake is van een tijdelijke arbeidsovereenkomst moet vervolgens worden beoordeeld of de uitzonderingsbepaling (lees “tenzij-regel” – JN) (artikel 7:653 lid 2 BW) van toepassing is.

Na de invoering van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) is het uitgangspunt dat een overeengekomen concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet rechtsgeldig is, omdat een werknemer dan ‘dubbel nadeel’ ondervindt.

Immers, aan de ene kant werkt een concurrentiebeding belemmerend bij een overstap naar een andere baan, terwijl aan de andere kant bij aanvang vast staat dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in beginsel van korte duur is. Dit lijdt slechts uitzondering als uit de bij het beding opgenomen schriftelijke motivering blijkt dat het beding noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfsbelang. Deze afweging moet voor de werknemer kenbaar zijn, hetgeen betekent dat het zwaarwegende bedrijfsbelang duidelijk moeten zijn omschreven, alsmede de reden waarom deze tot een uitzondering op de hoofdregel nopen.

……

Bij inhoudelijke beoordeling van de motiveringsplicht gaat het om de vraag of ex artikel 7:653 lid 3 sub a BW het concurrentiebeding noodzakelijk is vanwege het zwaarwegende bedrijfsbelang.

Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat sprake dient te zijn van ‘specifieke werkzaamheden’ of een ‘specifieke functie’ die per geval een afweging en motivering vergt.

Voorshands wordt geoordeeld dat werkgever de genoemde zwaarwegende bedrijfsbelangen onvoldoende concreet heeft gemaakt. Het onder 1.3 genoemde ‘opgebouwde netwerk, marktgebied, de behoeften en de werkwijze van werkgever) is niet nader ingevuld. Een omschrijving welke specifieke kennis en/of (vertrouwelijke) bedrijfsinformatie de Consultant Banking & Insurance bij werkgever zal verwerven die beschermd moet worden door het concurrentiebeding ontbreekt.

Werkgever heeft de nadruk gelegd op de investering in de opleiding van haar medewerkers en ter zitting nog bepleit dat zij hen bij zoveel mogelijk opdrachtgevers werkervaring laat opdoen, maar waarom dit bescherming behoeft in de vorm van een concurrentiebeding (en niet in een studiekostenbeding of een geheimhoudingsbeding) is eveneens onvoldoende onderbouwd.“

Netwerk, knowhow,opleiding

Op basis van bovenstaande overweging, concludeert de rechter in zijn vonnis dat het kennis kunnen nemen van het netwerk, de knowhow en opleidingsmogelijkheden van een werkgever onvoldoende is om een concurrentiebeding in een contract voor bepaalde tijd te rechtvaardigen. Daar is meer voor nodig. Het zwaarwegende belang en de motivering hiervan zal in de arbeidsovereenkomst blijkens deze uitspraak (nog) meer moeten worden toegespitst op de specifieke functie van de werknemer. Maar ook zal moeten worden uitgelegd waarom de specifieke te beschermen belangen niet door andere bedingen kunnen worden beschermd. Zoals bijvoorbeeld een geheimhoudingsbeding.

Conclusie

De conclusie is dan ook: de lat voor de motivering en rechtvaardiging van een concurrentiebeding in een contract voor bepaalde tijd ligt hoog. Heel hoog.

Anderzijds geldt ook dat dit een eerste uitspraak is, en er de komende maanden ongetwijfeld meer uitspraken over dit onderwerp zullen volgen. Rechters zullen het criterium “zwaarwegend bedrijfsbelang”’ en de noodzakelijkheid van een concurrentiebeding meer en meer gaan inkleuren.

Maatwerk Advocaten volgt de ontwikkelingen hierin op de voet!

Meer info

Maatwerk Advocaten adviseert werkgevers en werknemers die vragen hebben over arbeidsrecht en/of ontslag. Heeft u vragen over het concurrentiebeding, de formulering er van en/of deze stand zal houden bij een rechter? Neem dan vrijblijvend contact op met Jolande de Nooij op telefoonnummer 050 7600 900 of de denooij@maatwerk-advocaten.nl.

Ontslag Bijenkorf Groningen

Zwaarwegend bedrijfsbelang